26 FEBRUARI 1927 161 De heer SCHRAUWEN verzoekt te bevorderen, dat in de toekomst de wagens met straatmest, vooral in den na zomer, niet meer op het emplacement van het tramstation- Haagpoort blijven staan, daar zulks ter plaatse een ondraag- lijken stank veroorzaakt. Den heer CERUTTI is het herhaaldelijk opgevallen, dat in verschillende straten de vuilnisbakken nog urenlang nadat zij geledigd zijn op het trottoir blijven staan, hetgeen hinderlijk is voor het voetgangersverkeer. Spr. geeft derhalve in over weging, de politie er op te laten toezien, opdat die bakken spoedig worden binnengehaald. Voorts wijst Spr. er op, dat er stadswijken zijn, welke zeer vroeg in den morgen worden bediend zoo wordt in de Brugstraten het huisvuil reeds om 7 uur opgehaald, terwijl zulks in andere wijken eerst tegen 12 uur geschiedt. Spr. vindt dit vroege ophalen een groot inconvenient, daar op dat uur de dienstbaren vaak nog niet bij de hand zijn. Hij stelt daarom voor, afwisseling te bren gen in de uren, waarop het ophalen van het huisvuil in de onderscheidene wijken plaats vindt. De heer MOLL zegt, dat het antwoord op de vraag van den heer M e ij v i s, in zake de vuilverbranding, z.i. wel als juist kan worden beschouwd de vuilverwijdering geschiedt hier inderdaad zoo productief mogelijk. Wat de overbrenging van de mestvaalt betreftook deze vraag is op afdoende wijze beantwoord. De heer Kooperberg wenscht te weten, wat de reiniging aan de gemeente kost. Welnu, de heer Kooper berg kan, als hij de begrooting nagaat, het juiste bedrag te weten komen. De opmerking van den heer Schrauwen zal aan den Directeur worden overgebracht. Den heer C e r u 11 i antwoordt Spr., dat het denkbeeld om afwisseling te brengen in de uren, waarop het huisvuil in de diverse wijken der stad plaats heeft, reeds in de Rei- nigings-Commissie ter sprake is gebracht. De Directeur

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 161