166
26 FEBRUARI 1927
daarom gaarne eenige nadere toelichting hieromtrent ont
vangen.
De VOORZITTER, de verschillende sprekers beantwoor
dende, zegt, dat de heer Van Veen niet moet vergeten,
dat op deze begrooting meerendeels wettelijke uitgaven voor
komen, welke deswege niet voor nadere toelichting in aan
merking komen, en wat de andere posten betreft, de meeste
zijn door vergelijking met vorige jaren en verder door de
aanwezige toelichting gemakkelijk te beoordeelen. De wensch
van den heer Van Veen zal desniettemin aan den Direc
teur worden overgebracht.
De heer Speyart van Woerden vindt eenige posten
te laag geraamd. Deze opmerking is misschien niet onjuist
het is een begrooting ruime raming heeft meermalen be
zwaren ontmoeten in dit geval zijn inderdaad op aanspo
ring van het Departement de posten van de begrooting
zooveel mogelijk ingedrongen. Men kan het slechts toejuichen
als de uitgaven zoo laag mogelijk worden geraamd, mits
men niet het gevaar loopt, dat zij per sé zullen worden
overschreden er ligt een vingerwijzing in, dat met de grootst
mogelijke zuinigheid te werk zal worden gegaan. Wat nu
de door den heer Speyart genoemde posten betrefthet
gebouw is wel vergroot, doch op verre na niet zoo als de
heer Speyart het voorstelter zijn slechts drie zalen bij
gekomen; overigens is er verbouwd in het bestaande gebouw.
Met het bedrag, dat voor het onderhoud is uitgetrokken
vertrouwt men het eerste jaar te kunnen volstaan. Ten op
zichte van het schoonhouden en de verlichting en verwarming
zal men maatregelen nemen om binnen de perken van de
raming te blijven. Spr. gelooft, dat het den Raad aangenaam
zal zijn niet te hooge begrootingscijfers te zien. Alle pogingen
zullen worden aangewend om inderdaad binnen de cijfers
der raming te blijven.
De heer SPEYART VAN WOERDEN Bij overschrij
ding is het dan des te erger.