171 GEMEENTE-BEGROOTING. Hoofdstuk I, Vroegere diensten 26 FEBRUARI 1927 Daarop wordt overgegaan tot de behandeling der gemeente- begrooting. (Gewone Dienst) Volgnummer 2. Gedeelte van het (vermoedelijk) batig slot van den gewonen dienst van het dienstjaar 1926. De VOORZITTER zegt, dat, naar aanleiding van het geen gisteren door den Raad is besloten, hier het woord „memorie'' zal moeten worden ingevoegd. Daartoe wordt besloten. Volgnummer 10 Nadeelig slot van den gewonen dienst volgens de laatst-vastgestelde rekening. De heer HORNIX merkt op, dat in de bij de begrooting gevoegde financieele nota van 11 Januari 1.1., No. V/29, wordt gezegd, dat het verlies der Bank van'Leening rond f 32000 bedraagt. Spr. acht dit niet juist, want daartegenover staat een bezitting, n.l. het gebouw der Bank.^Spr. vraagt, hoe dit verantwoord is. De heer PELSTER antwoordt, dat, zooals den heer H o r n i x bekend kan zijn, is getracht den gewonen dienst van een deel van dat verlies te ontlasten door de Kapitaal- dienst de waarde van het gebouw ad f 14500,— te doen bijdragen aan den gewonen dienst. Gedeputeerde Staten hebben echter geweigerd, dit goed te keuren. De heer HORNIX beroept zich op het rapport-Sparrius, waarin dit gebouw wel degelijk als eigendom van de Bank werd beschouwd. Zonder verdere opmerkingen wordt deze post goedgekeurd en vastgesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 171