26 FEBRUARI 1927 179 Spr. vindt zulks beneden peil, vooral tegenover de Burge meesters van de gemeenten, waar de film wèl vertoond is. De VOORZITTER zegt, dat men de weigering aan de A. J. C. niet te tragisch moet opvattenimmers, deze jeugd organisatie heeft permissie gekregen om met ontplooide banieren en mandoline-muziek langs de singels te trekken. Zij is dan ook geheel op denzelfden voet behandeld als andere organisaties. Verlof tot zingen is niet gevraagd. Ten opzichte van het verbod tot het houden van openlucht meetings merkt Spr. op, dat deze stad ongeschikt is om op hoeken van straten groote menschenmassa's te concentreeren. De Potemkin-fllm is dezerzijds inderdaad beschouwd als geestbedervend. Dit is niet alleen Spr's persoonlijke meening, doch ook van de verschillende personen, die Spr. te dien aanzien geraadpleegd heeft. Voor de invoering van de 52-urige werkweek bij de politie acht Spr. op het oogenblik geen reden aanwezig de dienst wordt met opgewektheid verricht. Spr. verzoekt den Cohen niet telkens de opinie van den Commissaris van Politie in het geding te brengen. Dit geldt ook ten opzichte van de bevordering van den agent De Groot. Als die be vordering uitblijft, moet de heer Cohen daarin niet zien een straf. Voor bevordering toch moet men aan tal van eischen voldoenof die hier alle aanwezig zijn, kan de heer Cohen niet beoordeelen. Wat het hooren van den Algemeenen Bond van Politie-personeel betreft, kan Spr. volstaan met hetzelfde te zeggen als alle jaren de bond weet welke de voorwaarden zijn om weer bij Spr. toegelaten te worden. De heer MEIJVIS heeft het antwoord betreffende de A. J. C. niet bevredigdSpr. is er van overtuigd, dat er wel verlof is gevraagd om te zingen. Wat de openlucht meetings aangaat, zet de Voorzitter de zaak op haar kop. Wie zal het nu in zijn hoofd halen om te vragen openlucht bijeenkomsten te mogen houden op hoeken van straten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 179