180 26 FEBRUARI 1927 Er zijn immers pleinen en achterbuurten genoeg in de stad. Spr. spreekt nogmaals de hoop uit, dat dergelijke vergade ringen hier in de toekomst toegelaten zullen wordenzij leveren hier evenmin gevaar op als elders. De heer COHEN zou in de eerste plaats gaarne willen weten, welke commissie de Potemkin-film gekeurd heeft. In de tweede plaats zegt Spr. wel te weten, dat de opinie van den Commissaris van Politie niet die van den Burgemeester is. Maar, waarom is het nu noodig, dat de agenten, die nota bene ook nog nachtdienst hebben, zooveel langer moeten werken dan andere gemeente-beambten Alleen om het feit, dat de Burgemeester niet gebonden is aan de financieele gevolgen van de inderdijd door den Raad aangenomen motie, voert hij haar niet uit. De VOORZITTER zegt, dat het zeer bezwaarlijk zou zijn, een 52-urige werkweek bij de politie in te voeren men zou dan een zwaardere dienstverdeeling krijgen of een grooter corps moeten hebben. Voorts zegt Spr., dat men hier geen keuringscommissies voor films heeftSpr. heeft daarom een zestal hoogstaande menschen uit verschillende rangen der maatschappij uitgenoodigd om advies. Deze heeren waren evenmin van oordeel, dat de film niet geschikt was om in Breda vertoond te worden, Ten slotte wil Spr. een mededeeling doen omtrent de noodzakelijke uitbreiding van het Politiebureau. Men moet daartoe het Museum uit het gebouw verwijderen en ergens anders onder dak brengen. Nu is het gebouw, dat zich als het ware daarvoor aanbiedtde Boterhal. Het is niet de bedoeling om daaromtrent thans een besluit te nemen, doch Spr. zou alleen willen mededeelen, dat Burgemeester en Wethouders van meening zijn, dat men zich vooralsnog zou kunnen beperken, tot ingebruikneming van een der beide bovenhuizen voor het hiervóór omschreven doel. De heer CERUTTI vreest, dat één bovenhuis voor dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 180