184 26 FEBRUARI 1927 De heer CERUTTI dringt evenals het vorig jaar aan op meerdere verlichting van den ingang van het Val kenberg aan de zijde van de Catharinastraat. Spr. wil de daar aanwezige lantaarns electriflceeren. De heer KORTEWEG zegt, dat de bebouwde gedeelten van de genoemde singels voldoende verlicht zijn met de overige gedeelten is het inderdaad slecht gesteld. Spr. heeft den Directeur der Lichtbedrijven opgedragen dienaangaande een begrooting van kosten op te maken. Ten aanzien van de verlichting van den ingang van het Valkenberg is Spr. het met den heer C e r u 11 i eens. De VOORZITTER merkt op, dat, nu den Raad een begrooting van kosten zal worden overgelegd, het voorstel van den heer H o r n i x achterwege kan blijven. Wat de electrische verlichting van den ingang van het Valkenberg betreft, is Spr. van meening, dat men daar overbodig licht zou verkrijgen. De heer CERUTTI komt daartegen op. Spr. doet het voorstel om tot de electrificatie van de lantaarns aan den ingang van het Valkenberg te besluiten. De VOORZITTER noodigt den heer Cerutti uit, zijn voorstel wellicht voorzien van een kostenberekening aan Burgemeester en Wethouders in te zenden dezen zullen dan advies daarover uitbrengen en desgewenscht hunnerzijds de kosten doen berekenen. De heer CERUTTI verlangt, dat zijn voorstel onmiddellijk in stemming wordt gebracht. De VOORZITTER Het ligt anders op onzen weg, den Raad eerst voor te lichten, doch nu den wensch tot electri ficatie van die lantaarns algemeen blijkt te zijn, zullen wij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 184