186
26 FEBRUARI 1927
Gasthuisstraat tot badhuis, doch het lijkt wel, of de gemeente
niet wil medewerken.
De VOORZITTER kan de opvatting, dat het badhuis
per sé gemeentelijk moet zijn, niet deelen. Spr. juicht het
juist toe, dat particulieren met een plan zijn gekomen. Wat
de financieele zijde van de zaak betreft, is men nog niet tot
overeenstemming kunnen komen. Dit geldt ook ten aanzien
van de plaats.
De heet VAN VEEN lijkt het, na de onthulling van den
heer Kooperberg, toe, dat men met de zaak op het
doode punt is gekomen. Spr. is van meening, dat men het
particulier initiatief in deze niet behoeft uit te schakelen,
maar de gemeente moet er haar schouders onder zetten.
Laat men dus van gemeentewege een plan met exploitatie-
begrooting ontwerpen en aan den Raad overleggen, dan kan
worden nagegaan in hoeverre financieel gesteund zal moeten
worden.
De heer KORTEWEG is het niet met den heer Van
Veen eens, dat eerst een plan moet worden ontworpen;
men behoort in de allereerste plaats de plek voor het op te
richten badhuis te bepalen. En dit zal eerst na grenswijziging
mogelijk zijn.
De heer VAN VEEN Maar dat is toch niet noodig
het badhuis kan b.v. op de Oude Vest worden geplaatst.
De VOORZITTEREr is al eens een plan gemaakt,
waarbij het badhuis op het pleintje vóór de Gasfabriek was
ontworpen. Doch de uitvoering ervan stuitte op verschillende
moeilijkheden.
Volgnummer 115a. Kosten van de volksbadplaats.
De heer COHEN is door het desbetreffend antwoord
van Burgemeester en Wethouders niet bevredigd. De oude