190 26 FEBRUARI 1927 De heer SPEYART VAN WOERDEN zegt, dat hij een van de leden is die in het Centraal Rapport de opmerking hebben gemaakt, dat zij f 125 voor een rijwiel en f 200 voor een kachel te hoog achten. Burgemeester en Wethouders hebben daarop geantwoord, dat zij de onjuistheid van de geraamde bedragen niet kunnen inzien. Spr. wijst in dit verband op een bericht in „de Maasbode" van 14 Mei 1926, waaruit blijkt, dat bij een te Zwolle gehouden inschrijving voor levering van rijwielen voor de politie, een van de grootste rijwielfabrieken van Nederland heeft ingeschreven voor f 55,per rijwiel. Spr. hoopt dan ook, dat het College alsnog de onjuistheid van het geraamde bedrag zal inzien. Ook het voor de aanschaffing van een kachel uitgetrokken bedrag ad f 200, acht Spr. niet houdbaar. De heer BOGMANS onderschrijft ten volle de woorden van den heer Speyart van Woerden. Ook de heer HORNIX sluit zich daarbij aan. Spr. geeft ook de voorkeur aan bestendiging der gasverwarming het bureau der bouwpolitie zal daar toch niet lang meer gevestigd blijven. De heer PELSTER zegt, dat het onmogelijk was, daar die gasverwarming te bestendigen. De bewuste kachel met toebehooren is echter nog niet gekochter is voorloopig een oude kachel geplaatst. Een raming beteekent volstrekt niet, dat het uitgetrokken bedrag ten volle uitgegeven zal wordenmen zal zoo zuinig mogelijk te werk gaan. De heer SPEYART VAN WOERDEN wenscht, dat dit ook tot uiting komt. Spr. stelt derhalve voor, den post resp. met f 100 voor de kachel en f 50 voor het rijwiel te verlagen. De VOORZITTER komt daartegen op. Immers, daarmede zou juist het tegenovergestelde bereikt worden van hetgeen de heer Speyart wenscht; men zou n.l. den indruk wekken,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 190