196 26 FEBRUARI 1927 De heer HORNIXUitdiepen De heer VAN VEEN is het niet met den heer Hornix eens, dat de stank ontstaat door het niet-uitdiepen der singelgrachten. Volgens Spr. is dit te wijten aan het inkt- 4 zwarte water, dat van tijd tot tijd van beneden af de stad komt binnenstroomen. Het Waterschap behoort voor den afvoer daarvan te zorgen het Gemeentebestuur treft te dien opzichte geen schuld. Hetzelfde geldt voor de taluds der singelgrachten. Het ligt niet aan het onderhoud, dat deze er zoo verwaarloosd uitziende langs de singels aanwezige boomen nemen het vocht uit den grond weg, waardoor het gras niet kan groeien. Spr. wenscht te verklaren, dat het onderhoud der singels boven allen lof verheven is. De heer MEJJVIS Dat gaat er bij mij niet in. Het feit, dat er geen plant in het singelwater kan groeien en de visschen in de modder doodgaan, bewijst m.i. al genoegzaam, dat de grachten vervuild zijn en uitgebaggerd dienen te worden. De post wordt alsnu goedgekeurd en vastgesteld. Volgnummer 178. Onderhoud en bediening van klokken, uurwerken, speelwerken en dergelijke. De heer VAN VEEN merkt op, dat het antwoord van Burgemeester en Wethouders op zijn vraag naar uitbreiding der carillon-concerten, eigenlijk geen antwoord is op een vraag. Spr. zou daarom gaarne alsnog een meer positief antwoord ontvangen. De VOORZITTER zegt, dat Burgemeester en Wethouders zeer zeker gaarne dienaangaande met den beiaardier in overleg zullen treden. De post wordt daarop goedgekeurd en vastgesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 196