28 FEBRUARI 1927 207 waarop geen toelichting is gegeven, eigenlijk te beteekenen heeft. De VOORZITTER antwoordt, dat de post een over blijfsel is uit vroeger tijden, toen nog dergelijke tegemoet komingen werden gegeven hij moet niet worden beschouwd als een aanloopje om vakonderwijzers aan te stellen. De post kan dan ook gevoeglijk vervallen. De heer VAN VEEN zou de post willen handhaven ten einde te voorzien in het gymnastiek-onderwijs aan lagere scholen, tenzij daarin al voorzien mocht zijn. De VOORZITTER geeft te dien aanzien uitvoerige inlichtingen en besluit met te verklaren, dat men nog niet zal overgaan tot de aanstelling van vakonderwijzers. Trou wens, de post kan daarop geen betrekking hebben hij kan gerust geschrapt worden. De heer VAN VEEN vraagt, of Burgemeester en Wet houders te zijner tijd eens een overzicht zouden willen geven van de kosten, verbonden aan het invoeren van gymnastiek onderwijs aan de lagere scholen, met inbegrip van de bijzondere. De VOORZITTER zegt, dat de groote moeilijkheid, welke zich daarbij voordoet, bestaat in het gemis aan lokalen. Daarop wordt besloten, dezen memorie-post te schrappen. Volgnummer 464. Kosten der commissie inzake de monumenten-zorg De heer CERUTTI wijst op den toestand van vervuiling, waarin het Hercules-beeld in het Valkenberg zich bevindt. De VOORZITTER Hoewel de opmerking van den heer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 207