212
28 FEBRUARI 1927
oog op de daar aanwezige gevaarlijke bocht, voortaan over
het Sophiaplein en de Korte Boschstraat te laten rijden.
De VOORZITTER zegt, dat omtrent het effect van de
lijn-Haagpoort de meeningen verschillen. Spr. voelt persoonlijk
veel voor een autobuslijn over den Haagdijk. Hem is nog
heden een klacht ter oore gekomen over het feit, dat een
autobus 40 minuten lang voor een brug heeft moeten wachten
tengevolge waarvan een der passagiers te laat aan den trein
kwam. De moeilijkheid van een lijn door de binnenstad zit
dan ook voor een groot deel in het verkrijgen van een
goede verbinding en in de vele bochten. De opmerking van
den heer C e r u 11 i, dat de lijn-Haagpoort thans geen
communicatie met de binnenstad zou hebben, is niet juist
immers, zij brengt de menschen nu naar het einde van de
Ginnekenstraat.
De heer Van Veen wenscht een autobusverbinding van
Princenhage naar den Driesprong. Een aanvraag daartoe is
op het oogenblik in studie bij Gedeputeerde Staten.
Naar aanleiding van het verzoek om een stelsel te ont
werpen, waarbij de klachten bij het Gemeentebestuur terecht
komen, zegt Spr., dat er in de eerste plaats klachten moeten
zijn en in de tweede plaats, dat zij bij het Gemeentebestuur
moeten thuis behooren. Men moet goed begrijpen, dat de
band tusschen gemeente en autobusbedrijf zeer los is. Het
Gemeentebestuur kan niet anders doen dan afwachten, of er
klachten inkomen.
Den heer L o o m a n s kan Spr. antwoorden, dat bij
Burgemeester en Wethouders op het oogenblik een plan in
studie is om op het oude terrein van de Groenteveiling een
autobuspark te maken. Dit terrein is, zooals men weet, dicht
bij het Station gelegen, terwijl aanwijzing van de oude Vest
te dien opzichte allerlei bezwaren oplevert. De zaak is echter
nog in onderzoek.
De vragen van den heer M e ij v i s kunnen na aanneming
van het denkbeeld van den heer Appelboom beter later
behandeld worden.