28 FEBRUARI 1927 213 De heer CERUTTI merkt op, dat, als de lijn Princenhage- Haagdijk-Driesprong tot stand komt, er dan toch geen bezwaar kan zijn tegen de door hem voorgestelde wijziging van de lijn-Haagpoort. De VOORZITTER Men zou den concessionaris kunnen uitnoodigen, een voorstel te doen omtrent een lijn, waarin de Haagdijk is opgenomen. De heer CERUTTI Ik dacht, dat zulks juist andersom moest geschieden. De VOORZITTER Neen, in de concessie-voorwaarden zijn de verschillende lijnen vastgelegd. De heer SPEYART VAN WOERDEN vraagt zich af, of dit wel de vlugste wijze van afdoening zou zijn. Burge meester en Wethouders kunnen toch te dien aanzien over meer gegevens beschikken dan de concessionaris. Spr. gelooft dan ook, dat een beter resultaat zal worden bereikt als een en ander van Burgemeester en Wethouders uitgaat. Als ooggetuige weet Spr., dat de lijn-Haagpoort thans noch voor het publiek, noch voor den concessionaris van belang is. De heer KORTEWEG wijst er op, dat het niet zoo ge makkelijk is de bestaande lijnen te wijzigen zij zijn in het contract vastgelegd. De heer SCHRAUWEN zegt, dat er wèl klachten zijn. Spr. dringt aan op invoering van een vast klachten-systeem. De heer VAN VEEN is door het antwoord van den Voorzitter omtrent het doen van klachten niet bevredigd. Men zou toch kunnen bepalen, dat zij tot het Gemeente bestuur moeten worden gericht. De VOORZITTER: Het betreft hier niet een gemeente bedrijf.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 213