214
28 FEBRUARI 1927
De heer VAN VEEN Neen, maar toch een semi-over-
heidsbedrijf. Vervolgens zegt Spr., dat aan den dienst thans
zeer vele gebreken kleven, waarvan hij er enkele noemt.
Men moet den dienst echter zoo goed mogelijk trachten te
maken. Spr. zou daarom een commissie uit den Raad willen
zien aangewezen om een en ander te onderzoeken.
De heer ELICH vestigt de aandacht op de zware vracht
auto's, welke de huizen op hun grondvesten doen trillen en
op het woeste rijden van motorrijders.
De VOORZITTER antwoordt, dat de opmerkingen van
den heer E1 i c h eigenlijk niet thuis behooren bij dezen
post. Hij wil den heer E 1 i c h echter wel mededeelen, dat
men een motor- en rijwielreglement wachtende is, waarbij
voorzieningen als door den heer E1 i c h bedoeld zullen
worden getroffen. Wat het woeste rijden betreft, merkt Spr.
op, dat hier ter stede een maximum-snelheid is bepaald.
In verband met de opmerkingen van den heer Van
Veen, zegt Spr., dat Burgemeester en Wethouders altijd
getracht hebben, verbetering in den autobusdienst te krijgen.
De heer CERUTTI merkt op, dat Burgemeester en Wet
houders, zeker wel de overtuiging zullen hebben opgedaan,
dat de Raad met de door hem aangegeven richtlijn instemt.
Spr. vraagt, of de door hem voorgestelde wijziging in de
lijn-Haagpoort er nu zal komen.
De VOORZITTERIk sta er persoonlijk sympathiek
tegenover, doch het is niet een kwestie, die mij alleen
betreftook de Commissaris van Politie heeft daarin een
woordje mee te spreken.
Zonder verdere opmerkingen wordt de post
alsnu goedgekeurd en vastgesteld.