224 11 MAART 1927 De heer VAN VEEN heeft gezien, dat het prae-advies van Burgemeester en Wethouders in deze afwijzend luidt. In verband hiermede schetst Spr. zijn medeleden de situatie, en zegt, dat het argument van Burgemeester en Wethouders, dat door het wegbreken van het bouwvallige gebouwtje voor de omgeving een ruimere toetreding van licht en lucht ontstaat, in zoover juist is, als de slooping inderdaad plaats heeftde verplichting daartoe bes'taat evenwel niet. Volgens Spr. zal de toestand ter plaatse beter worden, als daar een nieuw gebouwtje komt, mits dit niet hooger worde opge trokken dan 21 /2 M. Spr. geeft dan ook in overweging, de gevraagde ontheffing onder die voorwaarde te verleenen. De heer PELSTER moet beginnen met er zijn verbazing

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 224b