230 11 MAART 1927. „mits dit werk gelijktijdig wordt uitgevoerd met de bliksem beveiliging van de Groote Kerk. „De restauratie-commissie voornoemd heeft medegedeeld, „in staat te zijn het deel der kosten voor de Kerk voor „hare rekening te nemen. „De bijkomende kosten voor den toren, als voor graaf- „werk, opbreken straten enz. worden begroot op f 200. „Wij achten het wenschelijk ons te verzekeren van den „deskundigen bijstand van opgemeld bureau. „Daar de bliksembeveiliging van toren en kerk niet voldoet „aan redelijke eischen, stellen wij U voor, tot uitvoering voor „het deel van den toren te besluiten en hiervoor een crediet „van f 1000 toe te staan". De VOORZITTER wil nog eenige toelichting geven en deelt mede, dat men vreesde met een bedrag van f 550 niet toe te kunnen komen. Nu is het altijd onaangenaam met een aanvrage om een aanvullingscrediet te moeten komen men heeft dit gezien bij de verbouwing van de Ambachtsschool en daarom heeft men f 1000 gevraagd, welk bedrag even wel niet geheel verteerd behoeft te worden. De hoegroot heid van het bedrag is nog niet precies vast te stellen. Nog kan Spr. mededeelen, dat de Restauratie-commissie door een ruimere subsidie van het Rijk in staat is gesteld iets meer aan de restauratie der Kerk te besteden. De heer MEIJVIS heeft in de stukken gelezen, dat er ook verbeteringen aan den toren zullen plaats hebben. Spr. vraagt, of dit geschiedt, opdat de toren wederom bestegen zal kunnen worden hij zou zulks ten zeerste toejuichen. De VOORZITTERHet betreft zuiver den bliksem afleider. De heer VAN VEEN merkt op, dat er volgens de stuk ken een bedrag van f 750 noodig is, welke kosten speciflceerd worden opgegeven. Spr. vraagt zich naar aanleiding hiervan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 230