242 11 MAART 1927 „toestanden, in de verordening op te nemen, was de Com- „missie van oordeel, dat de voornaamste bezwaren tegen „de verplichte Zondagswinkelsluiting naar behooren zijn te „ondervangen. „Het ontwerp zelf geeft ons intusschen aanleiding tot de „volgende opmerkingen Artikel 1 van het ontwerp kan ongewijzigd worden over genomen. „Hierdoor wordt dan de termijn, dat de winkels tot 11 „uur 's avonds geopend mogen zijn, met eene week inge krompen. De tegenwoordige verordening noemt de dagen „van 15 November tot en met 6 December, terwijl in het „voorstel worden genoemd de dagen van 22 November tot „en met 6 December. „Bij de vertegenwoordigers der verschillende organisaties „bestond tegen deze inkrimping geen bezwaar. „Ook de dag van 31 December in de thans bestaande „verordening genoemd, komt alsdan te vervallen. A r t i k e 1 7 b i s van het ontwerp „In het eerste lid behooren tusschen de woorden „boven- „dien" en „ontheffing" te worden ingelascht de woorden „mits binnen de uren, genoemd in art. 1, le lid sub b". „Daardoor wordt dan uitgemaakt, dat Burgemeester en „Wethouders niet voor een vroeger of later uur, dan in de „verordening is bepaald, ontheffing kunnen verleenen. „In dat zelfde artikel onder a behoort het woord „apo theken" te vervallen, omdat volgens art. 2 van de bestaande „verordening deze inrichtingen reeds buiten de toepasselijk- „heid der verordening vallen. „Daarentegen zouden achter het woord „banketbakkers- „winkels", behooren te worden ingevoerd de woorden „bloemenwinkels, fruitwinkels, winkels, hoofdzakelijk bestemd „voor den verkoop van chocolade en suikerwerken". „In gemeld artikel onder b kunnen de woorden „naar het „oordeel van Burgemeester en Wethouders" vervallen. „Het is niet de taak van Burgemeester en Wethouders

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 242