11 MAART 1927 243" „om te beoordeelen, of iemand al dan niet tot een Israëlie- „tisch Kerkgenootschap behoort. „Onder c van bedoeld artikel behooren tusschen de „woorden „uren'' en „met" te worden ingevoegd de woor- „den „ten aanzien van bepaaldelijk aangeduide artikelen". „Hierdoor wordt bereikt, dat de ontheffing van het vent- verbod slechts voor met name aangeduide artikelen kan „worden verleend. .In het 2de lid van bovengenoemd artikel zal tusschen de „woorden „of" en „afgeleverd" nog dienen te worden inge voegd „in den winkel". „Ten slotte komt het de Commissie noodzakelijk voor, met „het oog op de door de Grondwet gewaarborgde vrijheid „van drukpers, in art. 6 van de thans vigeerende verordening „tusschen de woorden „is" en „verboden" in te voegen de „woorden „behoudens ten aanzien van drukwerken" en de „woorden „op de uren, waarop" te vervangen door het „woord „wanneer", terwijl tengevolge van de invoering van „het nieuwe Wetboek van Strafverordening, in art. 8 het „cijfer „8" dient te worden vervangen door het cijfer „141 „Een der leden der Commissie was verhinderd aan de „samenstelling van dit rapport mede te werken". De heer SCHLAGHECKE houdt de volgende rede Mijnheer de Voorzitter. Allereerst wenscht ik mijn voldoening uit te spreken over het feit, dat zoowel het College van Burgemeester en Wet houders als de Commissie voor de Strafverordeningen gun stig geadviseerd hebben op het thans in bespreking zijnde voorstel. Wat betreft de wijzigingen, in het door mij ingediende voorstel aangebracht, hiermede kan ik mij vereenigen. Aanvankelijk had ik bezwaar, Mijnheer de Voorzitter, tegen de wijziging, aangebracht in art. 7 bis, 2de lid, waar het woord „familieleden" is vervangen door „gezinsleden", daar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 243