11 MAART 1927.
251
avonds sterk verminderdzoo zal ook de aantrekkelijkheid
van Breda door deze dwaze dwangverordening er veel
onder lijden.
Waar moet het op die manier naar toe Zullen we mis
schien binnenkort hier in Groot-Breda gaan beleven, dat ook
de openbare vermakelijkheden op Zondag verboden worden
en geen voetbalwedstrijden meer mogen worden gespeeld
De eerste stap op dezen weg wordt heden gezet
Waar zal het einde zijn 1
Mijnheer de Voorzitter, ik denk er niet aan, den heer
Schlaghecke en Uw College op dien weg te volgen
en ik zal dus mijn stem tegen het voorstel uitbrengen.
De heer KOOPERBERG zegt, dat dit voorstel ten doel
heeft de Zondagsrust van het winkelpersoneel te verzekeren,
iets waarmede hij zich aanvankelijk in principe kan veree
nigen. Spr. heeft echter eens een onderzoek ingesteld en
daarbij is hem gebleken, dat de bezwaren door den heer
Schlaghecke aangevoerd zich slechts uitstrekken over
een 7-tal personen, n.l. 5 bij de firma Jan van der Ven en
2 bij de firma Kimmel. Dit resultaat in aanmerking nemende,
vraagt Spr., of men nu daarvoor een geheele verordening in
elkaar moet gaan zetten. Hij vindt zulks belachelijk. De
eigenlijke beweegreden voor de indiening van het voorstel-
Schlaghecke is volgens Spr. gelegen in den concurrentie-strijd
tusschen de firma's Hollenkamp en Van der Ven.
Vervolgens wijst Spr. op de te verwachten Zondagswet
en zegt, dat deze verordening dan toch weer zou komen te
vervallen. Spr. lijkt het 't verstandigst die wet af te wachten.
Hij zal uit volle overtuiging tegen de voorgestelde wijziging
stemmen.
De heer HAALMAN wenscht te volstaan met het moti-
veeren van zijn stem. Spr. stelt voorop, dat hij gaarne wil
medewerken aan de bevordering der Zondagsrust. Het spijt
hem, dat enkele tegenstanders van dit voorstel het persoon
lijk element in het debat hebben gebrachthet principieele