252
11 MAART 1927
van de zaak is hierdoor vertroebeld. Spr. zal tegenstemmen
om geheel andere redenen. In de eerste plaats zou hij een
rijksregeling op dit gebied willen afwachten en in de tweede
plaats verdient het z.i. geen aanbeveling tot Zondagswinkel
sluiting over te gaan alvorens de grenswijziging is tot stand
gekomen. Als men dan ook de verdere behandeling van dit
voorstel zou willen aanhouden tot na de annexatie, dan zal
Spr. dit denkbeeld gaarne steunen. Er is echter nog meer
de practijk leert, dat men met dergelijke gemeentelijke rege
lingen voorzichtig moet zijn. De ervaringen op dit gebied
in andere gemeenten, o.a. in Den Bosch, opgedaan manen
tot voorzichtigheid. Desondanks wil men nu ook hier talrijke
uitzonderingen gaan maken. Waar blijft echter de grens?
Spr. vreest dat Burgemeester en Wethouders tengevolge van
die ontheffingsbevoegdheid vaak in een lastig parket zullen
komenzij zullen voor moeilijke grensgevallen komen te
staan, kortom, deze bepaling zal tot vele onaangenaamheden
aanleiding geven. Men zou als men per sé Zondagssluiting
wil, veel beter consequent kunnen zijn en elkeen daartoe
verplichten. Dat zulks mogelijk is, blijkt wel uit het feit, dat
het niet-bezorgen op Zondag van een van de meest moeilijk
te bewaren verbruiksartikelen, n.l. van vleesch, in de practijk
geen bezwaren heeft opgeleverd. Mocht men dan ook tot
algeheele winkelsluiting op Zondag willen overgaan, dan
zou Spr., met terzijdestelling van zijn andere bezwaren, nog
voorstemmen.
De heer MEIJVIS, namens zijn fractie sprekende, zegt, dat de
eerste indruk was, dat het voorstel niet ver genoeg ging
Er bestaan n.l. in andere gemeenten op dit gebied regelingen
van veel verdere strekking. Art. 7bis der ontwerp-verorde-
ning doet haar beteekenis voor de helft te niet. Spr. is het
dan ook met den heer Haaiman eens, dat men beter zou
doen met over te gaan tot algeheele winkelsluiting op
Zondag. Om aan te toonen, dat zulks in de practijk mogelijk