272 7 APRIL 1927 rigoureus dan wel soepel moet worden toegepast. Dit zijn factoren, welke de toepassing der verordening niet vereen voudigen. Bij het geven van ontheffing moet men voorzichtig zijn en zien een weg te vinden. De heer CERUTTI vraagt, hoe de verordening zal worden toegepast ten aanzien van gemengde bedrijven, b.v. een banketbakkers- en bakkersbedrijf, en of al bekend is, of die bedrijven ontheffing kunnen bekomen. Indien de verordening deze ontheffing pertinent verbiedt, zou Spr. ze willen wijzi gen, door te bepalen, dat aan banket- tevens broodbakkers ontheffing kan worden verleend, mits alleen banket wordt verkocht. De VOORZITTER meent, dat men banketbakker moet zijn en geen broodbakker. De heer CERUTTI Dan vrees ik, dat velen hierdoor gedupeerd worden. De heer BOGMANS sluit zich aan bij de woorden van den heer C e r u 11 i. De VOORZITTERBurgemeester en Wethouders zullen trachten, zich een zoo ruim mogelijk begrip van een banket bakker te vormen. De heer HORNIX vraagt, of een sigarenwinkelier, die tevens kruidenierswaren verkoopt, ontheffing kan bekomen. De VOORZITTER Sigarenwinkels zijn winkels, welke zich tot het verkoopen van tabakswaren beperken. De door. den heer H o r n i x bedoelde winkeliers zullen dus voor een ontheffing niet in aanmerking kunnen komen. De heer VAN VEEN merkt op, dat de ontheffingen nog bij Burgemeester en Wethouders in behandeling zijn en dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 272