274
7 APRIL 1927
6. Schrijven van M. J. N. S c h u u r s m a, aannemende
zijn benoeming tot directeur van den Warenkeuringsdienst.
De VOORZITTER stelt voor, al deze stukken voor
kennisgeving aan te nemen.
Daartoe wordt besloten.
7. Adres van de N.V. Bredasche Beton-Maatschappij
v.h. H. Vriens alhier, om haar afwijking toe te staan van
de voorwaarde sub b van het raadsbesluit van 8 November
1913, en haar ontheffing te verleenen van artikel 15 der
bouwverordening voor deze gemeente, voor het bouwen van
magazijnen en autobergplaatsen op haar terrein, gelegen aan
den Academiesingel, Sectie B no. 5800.
Bij dit adres zijn gevoegd de adviezen van de Gezondheids
commissie en den Adjunct-directeur van Openbare Werken,
alsmede een voorstel van Burgemeester en Wethouders om
de gevraagde uitzondering toe te staan.
De heer MEIJVIS vraagt, of het College kan meedeelen,
waarom dergelijke verzoeken zoo lang blijven liggen, voordat
zij worden afgedaan.
De VOORZITTER merkt op, dat de wijziging van de
bouwverordening, welke Burgemeester en Wethouders de
bevoegdheid tot het geven van ontheffing toekende, niet is
aangenomen. Nu moet de gewone weg worden bewandeld.
Aan het raadsbesluit moet voorafgaan een onderzoek van
stukken, het advies van de Gezondheidscommissie en van de
Bouwpolitie. De toestand moet ter plaatse worden onderzocht.
Dit alles houdt een vluggere afdoening tegen. Juist deze
aanvragen worden van de zijde van Burgemeester en Wet
houders zoo vlug mogelijk afgedaan.
Zonder verdere opmerkingen wordt besloten
adressante de gevraagde afwijking en ontheffing
te verleenen onder de volgende voorwaarden