7 APRIL 1927 277 wordt die muur alweer hooger, dan zien we heelemaal niets meer!" Spr. verklaart, dat dit ook werkelijk het geval is. De toestand wordt door deze verbouwing slechter. Gaat de Raad, tegen de adviezen in, de gevraagde ontheffing ver- leenen, dan verbeurt men daardoor de kans om verbetering te verkrijgen. Spr. kan dan ook geheel meegaan met de afwijzende adviezen van de Gezondheidscommissie en van den Adjunct-directeur van Openbare Werken. De heer KORTEWEG geeft toe, dat de toestand aldaar niet rooskleurig is te noemen. Door deze verbouwing wordt echter die toestand niet verslechterd. De hoogte van het gebouw blijft gelijk aan de huidige daknok. De open plaats krijgt luchttoevoer van de achterzijde en die toestand blijft. Spr. is er voor, om de aanvrage toe te staan. De heer VAN WERKHOOVEN heeft met verbazing de verschillende stemmen uit het College gehoord. Het betreft hier een zelfde geval als bij de firma Van Bueren en Haas. Spr. heeft geen gelegenheid gehad zich ter plaatse op de hoogte te stellen. Met meerdere raadsleden is dit het geval; daarom stelt Spr. voor, dit adres aan te houden tot een volgende vergadering. De heer MOLL is tegen aanhoudingmen krijgt dan dezelfde lijdensgeschiedenis als met de aanvraag van Vriens. Wordt het adres aangehouden, dan duurt het weer 3 a 4 weken voor dat het in den Raad komt. De toestand is van dien aard, dat verandering nijpend noodig is. Het koopen van woningen langs de zijde der Nieuwstraat brengt niet de gewenschte oplossing. Het gebouw komt dan buiten de rooilijn te staan en moet bij verbouwing in de rooilijn ge plaatst worden. Dat wordt zoodoende een kostbare geschiedenis. De nok van het nieuwe gebouw wordt niet hooger dan van het bestaandein plaats van het schuine dak komt nu een rechten muur een andere ruimte voor het bouwen is er niet.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 277