APRIL 1927 281 12. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot wij ziging van de electriciteitsverordening, betreffende het ver strekken van huurinstallaties. De heer KROONE heeft bij de behandeling der gemeente- begrooting verzocht, om het verstrekken van electriciteit aan arbeiders gemakkelijker te maken. Door het wegnemen van de verlichtingsornamenten bevordert men de door hem voor gestane verstrekking van electriciteit niet. Spr. zal daarom tegen dit voorstel stemmen. De heer KORTEWEG merkt op, dat dan de heer K r o o n e den bestaanden toestand wil handhaven. Men komt dan echter voor groote moeilijkheden te staan. Het gebeurt maar al te vaak, dat men bij verhuizing alle orna menten meeneemt. Veelal is het heel moeilijk te achterhalen wie de dader is. De heer KROONE meent, dat de moeilijkheden door den heer Korteweg ontvouwd, gemakkelijk te ondervangen zijn. Neemt men bij verhuizing de ornamenten mee, dan moet men die in rekening brengen. In andere gemeenten geschiedt het ook zoo en in Breda is het dus ook mogelijk. Ten aan zien van de gasdistributie wordt hier ter stede dezelfde regeling gevolgd. Spr. ziet niet in, waarom men voor de verstrekking van electriciteit van die regeling wil afwijken hij wil dan ook het voorstel zien teruggenomen. De heer KORTEWEG zegt, dat de menschen meestal reeds vertrokken zijn, als men in de bus der lichtbedrijven een briefje van verhuizing vindt. De heer BOGMANS sluit zich aan bij den heer K r o o n e. De mogelijkheid om op gemakkelijke voorwaarden electriciteit te kunnen betrekken moet blijven bestaan. De heer KORTEWEG vestigt de aandacht op de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 281