7 APRIL 1927 291 De VOORZITTER zegt, dat men den Raad in den aan koop nog kan kennen als het juiste bedrag bekend is. Spr. geeft toe, dat de tent niet direct mooi is te noemen. Kan iets fraaiers worden gevonden, dan kan men dit bestellen. De bedoeling van het voorstel is, van den Raad te vernemen, of hij binnen zekere grenzen het College machtiging tot aan koop wil verleenen. De gunning komt dan later in den Raad. De heer VAN VEEN vraagt, hoe het College aan een bedrag van f 4500,komt. De VOORZITTER Op grond van verkregen inlichtingen. De heer VAN VEEN vindt, dat Burgemeester en Wet houders die offertes aan den Raad hadden moeten overleggen. Daarop stelt Spr. voor, in beginsel te besluiten tot de aan schaffing van een muziektent, zonder vermelding van een bedrag. Burgemeester en Wethouders kunnen dan den Raad een nader voorstel tot gunning der tent doen. De VOORZITTER zegt, dat dit op hetzelfde neerkomt als Burgemeester en Wethouders voornemens zijn te doen. Het College is dan ook niet tegen het voorstel van den heer Van Veen en neemt het gaarne over. De heer Van Veen behoudt dan nog het recht om later tegen te stemmen. De heer CERUTTI meent, dat er nog een andere reden is om dit voorstel aan te nemen. Volgens de prognose toch zal de voorgestelde grenswijziging tot stand komen. Spr. vindt het dan goed om de bewoners, b.v. van het Engel- bert van Nassauplein, wat op te vroolijken. Zonder verdere bedenking wordt daarop over eenkomstig het voorstel van den Voorzitter besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 291