306 30 APRIL 1927 b. dat op de overblijvende open ruimte niets worde gebouwd of opgericht c. dat het schuurtje niet van bestemming ver- andere en nimmer geheel of gedeeltelijk als woning worde ingericht of gebruikt; d. dat, ter voldoening aan artikel 5 der Wo ningwet, de vereischte teekeningen, ingericht volgens art. 105 der Bouwverordening, aan Burgemeester en Wethouders ter goedkeuring worden aangeboden e. dat, wanneer binnen twee maanden na de dagteekening van dit besluit van de verleende ontheffing geen gebruik is gemaakt, deze geacht wordt niet te zijn verleend en onder bepaling dat bij niet-voldoen aan één dezer voorwaarden, de verleende ontheffing vervalt. 13. Adres van C. J. R ij p p a e r t, daarbij ontheffing verzoekende van artikel 15 der Bouwverordening voor het aanbouwen van een slaapkamer in den tuin van het perceel Kloosterplein no. 17. Bij dit adres zijn gevoegd de adviezen van de Gezond heidscommissie en den Adjunct-Directeur van Openbare Werken, alsmede een voorstel van Burgemeester en Wet houders, om de gevraagde uitzondering toe te staan. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt besloten adressant de gevraagde ontheffing te verleenen onder de navolgende voorwaarden a. dat geen verandering worde gebracht in de grenzen van het perceel b. dat op de overblijvende open ruimte niets worde gebouwd of opgericht

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 306