314
30 APRIL 1927
gemeenten toegezonden, voorontwerp van wet men kan
zeggen vrijwel ongewijzigd in het Staatsblad No. 87 als
wet van 21 April 1927 is opgenomen.
Met U zijn wij dankbaar voor de Koninklijke ondertee-
kening, voor den steun, dien wij zochten en vonden bij het
Provinciaal Bestuur onder het voorzitterschap van den Com
missaris der Koningin Baron van Voorst tot Voorst, bij de
Commissie van Ingezetenen, bij de Kamers der Staten Generaal,
welke door een krachtige meerderheid de juistheid onzer
verlangens onderstreepten en gunstig het oor leenden, aan
den Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw
Mr. Kan, die, dit in vele opzichten niet dankbare werk
op zich nemende, het bij Koninklijke boodschap van 11 Sep
tember 1926 onder zijn verantwoordelijkheid ingediende
wetsontwerp in veilige haven wist te brengen. Ook de stille
werkers, de ambtenaren van Breda, 's-Hertogenbosch,
's-Gravenhage, mogen niet worden vergeten.
Het einde van den langdurigen strijd, Mijne Heeren, be-
teekent het begin van een nieuwe periode, waarin Breda,
voor ontwikkeling gesloten, deze zal kunnen verkrijgen.
Daartoe is aller medewerking gewenscht en, ik meen, ook
verzekerd. Het zal dengenen, die administratief nog niet
Bredanaars waren, niet moeilijk vallen, zich na deze norma
liseering ten volle Bredanaars te gevoelen. Wij roepen hun
een hartelijk welkom toe. Voor een niet onbelangrijk deel
treden zij terug in een ingezetenschap, dat zij tengevolge
van de situatie, gebrek aan goede woongelegenheid, en
allerlei andere omstandigheden, tijdelijk met een ander inge
zetenschap verwisselden. Voor een groot deel hadden hun
voetstappen zoo nauw, door ons steeds gewaardeerd, contact
met onze straten of was hun deelneming aan ons vereenigings-
leven zoo veelvuldig, dat zij geenszins als vreemdelingen,
doch als goede bekenden zich zullen zien opgenomen in de
nieuwe gemeenschap. Het welkom geldt hun en anderen,
die, wel gering in aantal tot die categorieën meenen niet
te behooren en de wijze maatregel, dat onmiddellijk tot de