17 MEI 1927 327 demonstratie van haar nuttig werk, bij zulk een gelegenheid met een deficit zou uitkomen. Te meer zou mij dat spijten, omdat de geldmiddelen van vereenigingen als deze zeer gering zijn en geen nadeelig saldo kunnen lijden. Ik hoop daarom, dat het voorstel om de geheele gevraagde subsidie van f 250.toe te staan bij Uw College geen tegenkanting zal ondervinden. De VOORZITTER merkt op, dat de vereeniging blijk baar zelf in twijfel is geweest omtrent de raming van het aantal entréesin de toelichting bij haar subsidieaanvraag is n.l. duidelijk te zien, dat er eerst 400 in plaats van 300 heeft gestaan. Als het evenwel de algemeene wensch van den Raad is het gevraagde bedrag ad f 250 toe te kennen, willen Burgemeester en Wethouders hun voorstel wel in dien zin wijzigen. Zonder eenige bedenking wordt alsnu besloten bovengenoemde vereeniging een subsidie te ver- leenen van f 250.— 7. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij onder overlegging van het rapport van het Accountants- bureau-Sparrius, ter vaststelling aanbiedende de rekeningen van het Veemarktbedrijf, van den Vleeschkeuringsdienst en van den Warenkeuringsdienst, alle over 1926, vergezeld van de daarbij behoorende bescheiden, De VOORZITTER geeft namens Burgemeester en Wet houders in overweging, al deze rekeningen ter fine van onderzoek en rapport te stellen in handen eener commissie van drie leden. Hiertoe besloten zijnde en op verlangen van den Raad, dat de Voorzitter deze commissieleden zal aanwijzen, worden door hem als zoodanig

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 327