17 MEI 1927 339 „dadelijk moet worden uitgevoerd, reeds uitgevoerd worden „zonder dat grond is aangekocht. „De Commissie van bijstand in het beheer der Openbare „Werken, in wier handen deze stukken om advies werden „gesteld, kon zich met dit plan volkomen vereenigen, mits „de grond tegen redelijken prijs kan worden aangekocht." Den heer SPEYART VAN WOERDEN is één zinsnede in dit voorstel niet recht duidelijk en wel deze „Indertijd is door de afdeeling Volkshuisvesting bij hare plannen tot woningbouw gerekend op een bedrag van f 16.300". Spr. vraagt, of dat bedrag in mindering moet worden gebracht van de bijdrage in het exploitatie-tekort betreffende de woningen van „Volkshuisvesting". De VOORZITTER antwoordt, dat hier blijkbaar een vergissing in het spel is bedoeld wordt de gemeentelijke afdeeling Volkshuisvesting en niet de naamlooze vennootschap van dien naam. De heer MEIJVIS zal zijn stem aan dit voorstel geven omdat hetgeen daarin wordt beoogd, is in het belang van de aan de Van Vlietsttaat gelegen arbeiderswoningen. Voorts zegt Spr. dat de onderhandelingen, waarvan in het voorstel sprake is, worden gevoerd met de Algemeene Woningbouw- vereeniging voor Breda en omgeving. Spr. verzoekt om medewerking in deze. Ten slotte vraagt Spr., wat het College er toe heeft genoopt om den Vestkant maar voor de helft te bestraten. De VOORZITTER zegt, dat de bestrating van de andere helft nog onder de oogen moet worden gezien. De heer VAN VEEN merkt het volgende op Mijnheer de Voorzitter. Zij, die evenals ik in de aankondiging van de vaststelling

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 339