17 MEI 1927 341 van al die andere wegen, welke een twistappel zijn geweest tusschen Breda en de buitengemeente, waartoe zij eertijds behoorden. Willen zij de bewoners van die straten, die op de annexatie al hun hoop hebben gevestigd, nog langer op de zoo vurig verlangde verbeteringen laten wachten De VOORZITTER Dit is thans niet aan de orde. De heer VAN VEEN verklaart, het voorstel-Bogmans te ondersteunen. De heer BOGMANS verzoekt zijn voorstel in stemming te brengen. De bewoners van den Vestkant zijn arme men- schen, die niet kunnen bijdragen in de bestratingskosten. De heer KORTEWEG deelt mede, dat dit voorstel dateert van vóór de grenswijziging. Men kan nu toch niet zoo maar neens besluiten tot algeheele bestrating van den Vestkant zulks moet eerst bekeken worden. De heer BOGMANS zegt, dat, als een voorstel van Burgemeester en Wethouders tot algeheele bestrating van den Vestkant spoedig kan worden tegemoet gezien, hij zijn voorstel wel wil intrekken. De VOORZITTER antwoordt, dat de zaak spoedig onder de oogen zal worden gezien. De heer VAN VEEN waarschuwt het Gemeentebestuur, dat het voor straten, welke reeds bebouwd zijn, niet het systeem kan toepassen, waarbij de eigenaars der aangrenzende perceelen in de bestratingskosten hebben bij te dragen. De VOORZITTER wijst er den heer Van Veen op, dat dit thans niet aan de orde is. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt daarop zonder hoofdelijke stemming aan genomen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 341