17 MEI 1927 Verplaatsing van dien politiepost is dan niet noodig, ook niet voor wat het uitzicht betreftals eenig heestergewas ter plaatse wordt opgeruimd, wordt voldoende verbetering verkregen. Afgezien van de vraag, of een nieuwe politie-post op zich zelf noodig is, acht ik het bouwen daarvan op de door U aangegeven plaats bovendien in verband met de aanhangige plannen voor het nieuwe station der Ned. Spoorwegen zeer prematuur, omdat het mij wil voorkomen, dat die nieuwbouw in conflict zal komen met de spoorwegplannen. Heeft de Bouwcommissie zich wel overtuigd, dat dit niet het geval zal zijn Men dient ook wel in het oog te houden, dat het Stations plein Rijkseigendom is en de gemeente slechts het beheer en onderhoud heeft. Tegen het maken van een bestrate losplaats aan de Spoor straat bestaat bij mij geen bezwaar. Het tegenwoordige terrein der Groenteveiling aan de Spoorstraat is m. i. voor standplaats van autobussen om tweeërlei redenen niet geschikt. In de eerste plaats, omdat bij opening van de draaibrug of bij sluiting van den overweg naar den Belcrumpolder daar ter plaatse af en toe belang rijke ophoopingen van voetgangers en voertuigen ontstaan. Maar wel in de voornaamste plaats omdat men de reizigers zooveel mogelijk gelegenheid moet geven om in het centrum der stad in- en uit te stappen en in dit verband is reeds herhaalde malen gewezen op de goede ligging der Oude Vest, die ook voldoende ruimte aanbiedt. Wordt dit plein als standplaats aangewezen en wordt den reizigers de gelegenheid gegeven om op de voornaamste punten als Stationsplein en Groote Markt in- en uit te stappen, dan wordt naar mijn meening en naar mijn indruk aan een algemeen gekoesterden wensch voldaan. Ik vind het laatste gedeelte van het voorstel van Burge meester en Wethouders uit een verkeersoogpunt even weinig

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 344