352
17 MEI 1927
c. dat de bijbouw niet van bestemming verandere
en nimmer geheel ol gedeeltelijk als woning
worde ingericht of gebruikt
d. dat, ingevolge artikel 5 der Woningwet, de
vereischte teekeningen, ingericht volgens art.
105 der Bouwverordening, aan Burgemeester
en Wethouders ter goedkeuring worden aan
geboden
e. dat, wanneer binnen vier maanden na de
dagteekening van dit besluit van de verleende
ontheffing geen gebruik is gemaakt, deze geacht
wordt niet te zijn verleend
en onder bepaling, dat bij niet voldoen aan één
dezer voorwaarden, de verleende ontheffing
vervalt.
18. Adres van Th. A. van den Hurk, daarbij ont
heffing verzoekende van art. 15 der Bouwverordening voor
de verbouwing van zijn pand, gelegen aan het Stationsplein
hoek Willemstraat.
Bij dit adres zijn overgelegd de adviezen van de Gezond
heidscommissie en van den Adjunct-Directeur van Openbare
Werken, alsmede een voorstel van Burgemeester en Wet
houders om de gevraagde uitzondering toe te staan.
Niemand der leden hiertegen eenige bedenking
hebbende, wordt besloten, adressant de gevraagde
ontheffing te verleenen, onder de volgende voor
waarden
a. dat geen verandering worde gebracht in de
grenzen van het perceel
b. dat op de overblijvende open ruimte niets
worde gebouwd of opgericht