17 MEI 1927
355
„Toen in het vorige jaar de tijd gekomen was, om voor
„het belastingjaar 1926/27 den vermenigvuldigingsfactor voor
„de plaatselijke inkomstenbelasting vast te stellen, stelden wij
„U voor dien factor die voor het belastingjaar 1925/26
„0.9 was voor het belastingjaar 1926/27 te verlagen en
„vast te stellen op 0.85. Wij hebben daarbij betoogd, dat
„eene vaststelling van den factor voor 1926/27 op 0.8 zeker
„ten gevolge zou hebben, dat voor 1927/28 de factor weer
„hooger gesteld zou moeten worden.
„De Raad heeft echter de factor voor 1926/27 toch op
„0.8 vastgesteld, zulks vooral op grond hiervan, dat eene
„toename van het belastbaar inkomen te verwachten was.
„Met deze verwachte toename hadden wij evenwel ook reeds
„eenigermate rekening gehouden.
„Het blijkt nu, dat het belastbaar inkomen niet toegenomen,
„maar afgenomen is, en dat derhalve het vaststellen, tegen
„ons advies in, van den factor voor 1926/27 op 0.8 zeer
„verkeerd is geweest.
„Het belastingjaar 1925/26 heeft bij factor 0.9 opgebracht
„f 642.839.90. Bij factor 0.8 zou het geweest zijn f 571.413.23.
„Inplaats nu, dat 1926/27 bij factor 0.8 volgens de verwachting
„een bedrag zal opbrengen aanzienlijk meer dan f 571.413.23
„(bij een vooruitgang van 5°/0 zou de opbrengst bijna f 600.000.-
„geweest zijn) zal 1926/27 naar de schatting van den inspec
teur der directe belastingen slechts opbrengen f 550.000.
„Van dit bedrag van f 550.000.— zal het dienstjaar 1926
„moeten hebben f 350.200.zoodat voor het dienstjaar 1927
„overblijft f 199.800.—.
„Volgens de begrooting 1927 (volgnr. 549 a. en b.) is
„voor 1927 aan inkomstenbelasting noodig f 684.300.
„Hiervan zal 549b moeten verschaffen f 199.800.en
„dus 549a moeten verschaffen f 484.500.—.
„Inmiddels is echter het gebied van Breda uitgebreid.
„Dientengevolge is na te gaan, met hoeveel voormeld bedrag
„van f 484,300.— is te verhoogen. Het in 1927 tengevolge
„van de uitbreiding der gemeente meer uit te geven bedrag
