17 MEI 1927 367 op 75°/0 a 80°/0 kan worden getaxeerd. Neemt men 65°/0 dan krijgt men dus bij factor 0,8 f 792000.'—. Het over blijvende bedrag aan forensenbelasting in de nota genoemd, moet eveneens veel te laag worden geacht. Er komen toch immers heel wat nieuwe forensen bij. Neemt men de gezamenlijke opbrengst aan op f 820000.dan is dat in elk opzicht te verdedigen. Dit verschilt dus slechts f 32000. met de f 852000.die ik zoo juist berekende als noodig over 1927—1928 en nu vraag ik mij af, of naar hetgeen ik breedvoerig heb betoogd niet is aan te nemen, dat dit bedrag aanmerkelijk zal worden overschreden, omdat de algemeene uitgaven ver beneden de 4/3 der begrooting zullen blijven en is bovendien dit bedrag, gezien de door mij gemaakte berekening, niet op de begrooting 1927 te brengen onder Hoofdstuk II volgnummer 2 der inkomsten als deel van het vermoedelijk batig slot over het dienstjaar 1926? Het is dan nog maar slechts 1/3 van de door mij aangetoonde f 95000.— die het jaar 1926 meer opbrengt dan bij de begrooting was vastgesteld. Naar mijne meening zeer zeker. Ga ik dan alles even vluchtig na, dan kom ik ten volle tot overtuiging, dat met een factor van 0,8 ruimschoots kan worden volstaan. Immers heb ik het benoodigde, in de nota aangegeven bedrag voorloopig aangenomen, doch dit bedrag acht ik in elk opzicht uitgesloten, tenzij het onmogelijke zou moeten gebeuren en al die Hoofdstukken, die ik in mijn betoog heb genoemd, tenvolle de tonnen gouds meer zouden noodig hebben, die in 1/3 der thans begroote cijfers zijn belichaamd. Aanvaardt men dit onmogelijke niet, dan is een factor van 0.8 als veel te ruim te beschouwen en zou zeer zeker met een lageren factor kunnen worden volstaan. Dit staat onge twijfeld bij mij vast, dat als de factor 0.8 wordt aanvaard, dit geenszins een beletsel kan of mag wezen om ten spoedigste tot verlaging der veel tehooge electriciteitstarieven over te gaan. Komende tot mijn conclusie, zoude ik deze als volgt willen samenvatten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 367