38 4 FEBRUARI 1927. prae-advies van Burgemeester en Wethouders, luidende als volgt „ïn het hierbijgevoegd adres verzoekt het Bestuur van de „Christelijke M.U.L.O. school, gevestigd Nieuwstraat 31 „alhier, om overeenkomstig art. 72 der L. O. wet de noodige „gelden beschikbaar te willen stellen voor de aanschaffing „van vier rijwielrekken en het maken van twee afdakjes bij „het schoolgebouw aldaar. „Uit een ingesteld onderzoek is gebleken, dat de rijwiel- „rekken reeds zijn aangeschaft en ook de afdakjes al ge- „deeltelijk voltooid zijn zonder dat vooraf eenig overleg met „het Gemeentebestuur heeft plaats gehad. „Kan deze omstandigheid op zich zelf reeds een motief „zijn om de gevraagde medewerking te weigeren, omdat „ieder overleg tusschen het schoolbestuur en het Gemeente- „bestuur, zooals de wet eischt, daardoor illusoir wordt ge- „maakt, zoo meenen wij, dat ook nog andere gronden aan- „wezig zijn, welke er toe nopen de aangevraagde gelden „niet toe te staan. „Vooropstellend, dat wij in het algemeen niet afwijzend „staan tegenover aanvragen, welke voor een behoorlijke „outillage en het gebruik der school noodzakelijk worden „geacht, is bij ons de vraag gerezen, of deze aanvrage wel „te rangschikken is onder de kosten, waartoe volgens art. 72 „der wet de benoodigde gelden van gemeentewege moeten „worden verstrekt. „Volgens dit artikel kan een schoolbestuur, dat in een „gemeente een bijzondere school wenscht te vestigen, of een „bestaande school wenscht uit te breiden, te verbouwen, de „inrichting van het gebouw der school wenscht te veranderen „of nieuwe schoolmeubelen, de leer- en hulpmiddelen daar onder begrepen, wenscht aan te schaffen, zich tot den „Gemeenteraad wenden ten einde de daarvoor benoodigde „gelden te ontvangen. „Naar onze meening valt de aanvrage onder geen der „hier vóór genoemde gevallen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 38