390 27 MEI 1927 geheel omgewerkt zou worden. De kwestie van de kanalisatie van de Aa of Weerijs is ook in het College besproken de Directeur van Openbare Werken heeft daarnaar bij den ingenieur van den Waterstaat geïnformeerd en de mededeeling ontvangen, dat van plannen dienaangaande hem niets bekend is. Het kan nog jaren duren voor dat daartoe wordt overgegaan. Vergrooting van de doorvaartwijdte zou trouwens groote vermeerdering van kosten met zich brengen Burgemeester en Wethouders hebben daarom gemeend met de onzekere toe komst geen rekening te moeten houden. Wat den boog betreft, welken de heer Speyart wat te laag bij het water vindt geprojecteerd Spr. is gaarne bereid die kwestie nog eens met den Directeur van Openbare Werken te bespreken. Hij vertrouwt, dat de heer Speyart met deze toezegging genoegen zal nemen en zijn stem aan dit voorstel zal geven. De heer SPEYART VAN WOERDEN verklaart, zich niet te willen verbinden aan een brug, die zijn goedkeuring niet wegdraagt. De VOORZITTER, voortgaande, deelt mede, dat de Directeur hem verzekerd heeft dat het doorstroomingsproflel absoluut voldoende is. De vluchtheuvel is ontworpen op aanraden van den Commissaris van Politiedeze acht zulks voor de regeling van het verkeer beslist noodig. De kwestie van de lantaarns zal ook nog eens bekeken worden. De heer KORTEWEG merkt op, dat sinds het bestaan van het Wilhelminakanaal is gebleken, dat de waterstand te Breda veel lager is. Men kan het doorstroomingsproflel dan ook gerust als voldoende beschouwen. Spr. is het met den Voorzitter eens, dat vergrooting van de doorvaartwijdte zeer veel kosten zou meebrengen. De heer VAN VEEN zou nog wat willen zeggen over den waterafvoer. Volgens deskundigen zullen de hooge waterstanden, welke in de laatste jaren zijn voorgekomen,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 390