392
27 MEI 1927
aard vinden om de behandeling daarvan aan te houden zij
zullen bij aanneming van het voorstel die opmerkingen den
Directeur van Openbare Werken onder het oog brengen.
De heer SPEYART VAN WOERDEN Men krijgt nu
als doorlaat een pijp van 27 M. in plaats van een van 7
M.dit stopt het water toch veel meer
De heer VAN WERKHOOVEN vraagt, of daartegen
van deskundige zijde geen bezwaar is gemaakt.
De VOORZITTER: De Directeur van Openbare Wer
ken ziet er geen bezwaar in.
De heer VAN WERKHOOVEN gelooft niet, dat het
20 jaar zal duren, eer de achtergelegen terreinen bebouwd
zullen worden. Trouwens, een brug wordt niet voor 20 jaar
gebouwd.
De VOORZITTER zegt, dat de doorlaatwijdte niets te
maken heeft met de bebouwing der achtergelegen terreinen,
maar met den waterloop.
De heer CERUTTI vraagt, of het ook bekend is, hoe
lang het zal duren eer de brug gereed is. Spr. doet deze
vraag om te kunnen beoordeelen, of tegen het verzoek van
den heer S p e y a r t, om aanhouding, overwegend bezwaar
bestaat.
De VOORZITTERDe zaak is urgent met het oog op
het jaargetijde.
De heer MOLL zegt, dat men hier niet met een ondoor
dacht plan te doen heeftde zaak is zoowel met den tech-
nischen dienst als met de Waterschapsbesturen besproken.
De heer SPEYART VAN WOERDEN Ook met het
Waterschap „de Aa of Weerijs"