27 MEI 1927
401
worden gezet. Die lijst kan geen beweegreden zijn om dit
werk niet te laten doorgaan, want niemand weet, wat hij
eigenlijk op die lijst wil hebben. Ook het feit, dat voor dit
plan geen post op de begrooting is uitgetrokken, kan geen
reden zijn om daartegen te stemmen. Het gaat hierbij alleen
om de urgentie van het werk. Eigenaardig is ook, dat bij
het vorig punt niet die lijstengeschiedenis of het plaatsen op
de begrooting naar voren is gebracht. Waarom geschiedt
zulks nu wèl ten aanzien van de verbetering van de Baro
nielaan Dat is niet consequent. Men moet zijn stem laten
afhangen van de kwestie, of die verbetering noodig is of
niet. De weg ziet er inderdaad erbarmelijk uiter liggen
nog steeds de hinderlijke rails van de paardentram, de steen-
slagweg verkeert in een zoodanigen staat, dat, wanneer er
over gereden wordt, de steentjes soms tegen de ruiten van
de huizen vliegen, daarbij komen dan nog de stofplaag,
waarvan ook de bewoners veel last ondervinden, de vele
doode boomen, welke de laan ontsieren, de slecht afwate
rende goten, kortom er kleven aan de Baronielaan zoo vele
gebreken van verschillenden aard, dat niemand zal durven
beweren, dat er in Breda een weg is, die eerder verbetering
noodig heeft.
De heer COHEN Het Dijkje
De VOORZITTER, voortgaande, zegt, dat hij ervan
overtuigd is, dat als men deze hoofdverkeersweg zoo laat
liggen, het vreemdelingenverkeer er niet door bevorderd zal
worden, want zooals hij daar ligt, is het een schande voor
Breda. Ook de bewoners hebben recht op verbetering van
den weg. Spr. is het met den heer Cerutti eens, dat deze
aangelegenheid niet door den nieuwen Raad behandeld be
hoeft te worden het is integendeel veel aardiger, dat de
oude Raad haar nog afdoet. Uitstel van de uitvoering van
het werk tot den a.s. winter is om technische redenen niet
mogelijk; mocht men het onverhoopt willen uitstellen, dan
kan het pas het volgend voorjaar ter hand genomen worden.