27 MEI 1927 403 op ingaan; hij laat de beantwoording van die vraag aan de publieke opinie over. Wat de bewuste lijst betreft; Spr. weet wel degelijk, wat daarop moet staan, n.l. de urgente werken. Burgemeester en Wethouders hebben echter altijd gezegd, dat daarvan niets van kan komen. De heer Moll heeft betoogd, dat dit voorstel uit een oogpunt van werkverruiming aanbeveling verdient. Spr. gelooft echter, dat er voor werkloozen een bedroefd beetje aan zit, ten minste, als het werk op de voor de ge meente meest economische wijze wordt aangepakt. Ten slot te verklaart Spr. verbetering van Dijkje en Vestkant urgen ter te achten. De heer HAALMAN gelooft, dat het debat verder ge vorderd is dan wenschelijk is. Er is nl. aan het begin der bespreking een voorstel gedaan om over deze aangelegenheid geen debat te voeren. Het ware z. i juister geweest daar over eerst te beslissen. Spr. verzoekt, alvorens verder te gaan, dit voorstel alsnog in stemming te brengen De heer SPEYART VAN WOERDEN stelt voor de verdere behandeling van dit voorstel aan te houden tot de gemeentebegrooting voor 1928. De VOORZITTER antwoordt den heer H a a lm a n, dat hij bedoeld voorstel niet dadelijk in stemming kon brengen zonder eerst op de zaak in te gaan Spr. heeft dat voor stel bestreden door de urgentie van de voorgestelde ver betering te bepleiten. Den heer SCHRAUWEN komt het voor, dat de verge lijking van de Baronielaan met het Dijkje en den Vestkant mank gaat. De Baronielaan is sedert jaren het eigendom van Breda en is door Breda verwaarloosd Dijkje en Vest kant, daarentegen, zijn eerst op 1 Mei 1.1. bij Breda gevoegd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 403