404 27 MEI 1927 De toestand van de Baronielaan is op het oogenblik betreu renswaardig er moet daarin absoluut verbetering komen en wel ten spoedigste. Spr. vraagt, wat er met de uitkomende klinkers zal gebeuren. De VOORZITTER: De gave klinkers zullen ergens an ders worden gebruikt, de overige zullen tot puin verwerkt worden en als onderlaag voor de asphaltbestating dienst doen. De heer SCHRAUWEN ziet er geen bezwaar in, deze groote uitgaaf te doen voor de verbetering van den eenigen grooten boulevard, die Breda bezit. De heer MEIJVIS erkent de wenschelijkheid van de voor gestelde verbetering, maar er zijn andere straten welke eerder verbetering noodig hebben. De heer Moll heeft het voorstel verdedigd uit een oogpunt van werkverruiming tewerkstelling van werkloozen kan echter ook en met meer succes bij voorloopige verbetering van de Baronie laan geschieden. Spr. zal dan ook het voorstel tot uitstel steunen. Den heer MOLL verwondert het ten zeerste uit den mond van den heer M e ij v i s te vernemen, dat hij geen rekening houdt met deze gelegenheid tot werkverruiming. Wanneer men nu in het zomerseizoen kan komen met een werk waarbij 70°/0 werkloozen te werk gesteld kan wor den en waaraan voor 35 a 40°/0 loonen verbonden zijn, had Spr. verwacht, dat men dit met beide handen zou aan grijpen. Spr. onderschrijft, dat er andere straten zijn, waar verbetering nog meer noodig is, maar, dat kan altijd nog in het najaar geschieden. Dit werk moet echter in het seizoen worden uitgevoerd. Spr. betreurt het, dat nu er eens in de zen tijd gelegenheid is tot werkverruiming de S. D. A. P.- fractie haar van de hand wijst. Voorloopige verbetering kan niet ten goede komen aan de werkloozenzulks is niet te vergelijken met het voorgenomen werk.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 404