24 JUNI 1927 417 De heer VAN VEEN vraagt, of Burgemeester en Wet houders alle punten onder de oogen hebben gezien. Zijn b.v. de passagiers, zooals de overeenkomst voorschrijft, ver zekerd tegen ongevallen Zoo niet, zijn Burgemeester en Wethouders dan bereid maatregelen te nemen opdat zulks alsnog geschiedt. De VOORZITTER kan vrij zeker zeggen, dat die voor waarde is nagekomen. De heer KROONE vraagt, wanneer het rapport van den Commissaris van Politie over de uitbetaling van de loonen aan de chauffeurs, aan den Raad zal worden overgelegd. Reeds bij de behandeling der gemeentebegrooting is die zaak door den heer M e ij v i s te berde gebracht, doch tot dusver zijn Burgemeester en Wethouders in gebreke gebleven daar omtrent inlichtingen te verstrekken. De VOORZITTER antwoordt, dat die zaak aanleiding heeft gegeven tot een zeer uitgebreid onderzoek. De stukken, welke daarop betrekking hebben, zijn op het oogenblik nog in circulatie bij Burgemeester en Wethouders. Daarop wordt besloten, ook dit adres te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders om prae-advies. 9. Adres van J. van Leeuwen, handelende onder de firma Victor Consael, daarbij verzoekende de plaats, bestemd voor beignetskraam op de Oude Vest, aan hem opnieuw onderhands te verpachten voor de kermissen in 1928, 1929 en 1930. De VOORZITTER geeft in overweging, dit adres te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders om prae-advies.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 417