24 JUNI 1927 419 beoordeelen, of die cijfers juist zijn. Het is derhalve in het belang der gemeente noodzakelijk, dat eerst prae-advies worde uitgebracht. De heer APPELBOOM zegt, dat de opmerking van den Voorzitter, dat het hier over de kermis van 1928 gaat, volkomen juist is, maar men moet momenteel de contracten voor dat jaar afsluiten, vandaar dat belanghebbende thans moet weten, of hij die plaats kan krijgen. Spr. verzoekt althans in de raadsvergadering van 30 Juni a.s. prae-advies te willen uitbrengen over de zaak; adressant is daarmede gebaat. De VOORZITTER; Wij zullen het verzoek in kwestie heel spoedig behandelen. Het is derhalve zeer wel mogelijk, dat het prae-advies op 30 Juni a.s. gereed is, maar wij moeten onze technische adviseurs nog hooren. De heer COHEN vindt dit een zeer vage toezegging. Spr. vreest dan ook, dat daarvan niet veel zal terechtkomen. De contracten voor 1928 moeten zeer spoedig worden afgesloten. Spr. waarschuwt Burgemeester en Wethouders, niet het onderste uit de kan te willen hebben, de gemeente kon dan weieens, evenals indertijd in het geval-Wolfs, het lid op den neus krijgen. Om dergelijke onaangenaamheden te voorkomen noodigt Spr. het College uit, de positieve toezegging te doen in de raadsvergadering van 30 Juni a.s. prae-advies omtrent deze aanvrage te zullen uitbrengen. Willen Burgemeester en Wethouders die toezegging niet doen, dan is Spr. er voor om de zaak nog heden af te doen. De VOORZITTER merkt op, dat de redeneering van den heer Cohen op twee gedachten hinkthij acht n.l. prae-advies over deze aangelegenheid wel degelijk noodig getuige zijn wensch om in de vergadering van 30 Juni a.s. prae-advies te zien uitgebracht maar aan den anderen kant wil hij de zaak nog heden afdoen. Er is echter volstrekt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 419