42 4 FEBRUARI 1927. tegemoet te komen en de verordening aldus gewijzigd opnieuw vast te stellen. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten. 29. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot het aangaan eener erfpachtsovereenkomst met den Staat der Nederlanden, betreffende een strookje grond ter grootte van circa 0.15 H.A., gelegen nabij het pompstation der Drink waterleiding onder Dorst, Den heer SPEYART VAN WOERDEN komt het voor, dat hier toch wel een zeer hoog bedrag aan erfpachtsrecht wordt gevraagd. Spr. vindt dit dan ook een contract, dat den Staat der Nederlanden niet siert. In het belang van de watervoorziening van Breda gaat de gemeente daar een groot werk voltooien, dat 4 ton zal kosten. In verband daarmede heeft de gemeente een strookje grond ter grootte van 0.15 H.A. van het Rijk in erfpacht gevraagd. En wat vraagt nu de Staat der Nederlanden als vergoeding daarvoor? Een bedrag van f 100 per H.A. en het gratis verstrekken van 200 M3 water, hetgeen ook nog f 30 per jaar beteekent. In totaal kost dit strookje grond de gemeente dus jaarlijks f 45, d. i. f 450 per H.A., terwijl daarnaast nog faciliteiten voor de levering van electrischen stroom worden bedongen. Dit zijn volgens Spr. voorwaarden, die onaan nemelijk zijn. Hij moet daartegen ten sterkste protesteeren en kan dan ook zijn stem aan dit voorstel niet geven. De VOORZITTER gevoelt voor de woorden van den heer Speyart van Woerden. Doch, aangezien de erfpachtsvoorwaarden eerst nog zwaarder waren en de tijd drong, zijn Burgemeester en Wethouders met dit voorstel gekomen. Het is hun gelukt, de voorwaarden, die zooals gezegd aanvankelijk nog bezwaarlijker waren, eenigszins te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 42