430 24 JUNI 1927 ook gaarne willen weten, wie de deskundige op machine- gebied is, die in deze van voorlichting heeft gediend. Mocht het inderdaad het Rijksbureau voor Drinkwatervoorziening zijn, dan vindt Spr. het noodig een anderen deskundige aan te wijzen. De heer KORTEWEG deelt mede, dat destijds aan elf verschillende firma's prijsopgaaf is gevraagdvier daarvan hebben een offerte gedaan. Van die vier was de Machine fabriek „Breda" de laagste inschrijfster. Later heeft men op nieuw prijsopgaaf gevraagd, omdat er nog meer geleverd moest worden. De Machinefabriek „Breda" was toen weder om de laagste. Ook heeft zij alle voorstellen, door Burge meester en Wethouders gedaan, aanvaard. Het bevreemdt Spr. ten zeerste, dat de heer Van Veen het Rijksbureau voor Drinkwatervoorziening blijkbaar niet bevoegd acht om van voorlichting te dienen op machine- gebied dat bureau heeft toch immers ook deskundige adviseurs. Spr. vindt hier een woord van dank op zijn plaats voor de wijze, waarop het Rijksbureau van voorlichting heeft gediend. Het zou Spr. spijten, als de behandeling van dit voorstel werd uitgesteld hij acht het beslist noodig, dat de installatie zoo spoedig mogelijk wordt aangebracht. De heer APPELBOOM heeft uit de mededeelingen van den heer Korteweg begrepen, dat de Machinefabriek „Breda" van begin af aan de laagste inschrijfster is geweest. Uit het rapport van den Directeur van het Rijksbureau voor Drinkwatervoorziening is hem echter gebleken, dat eerst een andere firma het goedkoopst had ingeschreven. Spr. vraagt, hoe een en ander zich met elkaar rijmt. De heer KORTEWEG antwoordt, dat inderdaad eerst een andere firma de goedkoopste aanbieding had gedaan, doch deze betrof andere machines. Na eenige onderhandelingen voldoet thans de Machinefabriek „Breda" aan alle eischen, door Burgemeester en Wethouders gesteld, en wel tegen hetzelfde bedrag.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 430