4 FEBRUARI 1927. 43 verlichten. Spr. wil desgewenscht nog weieens een poging doen in die richting, maar men moet toch oppassen, in dergelijke dingen niet te veel af te willen dwingen. 3 De heer KORTEWEGMen zou aan het Rijk het ge voelen van den Raad kenbaar kunnen maken. De heer HORNIX vraagt, of het beslist noodig is, dat de gemeente de beschikking over dat strookje grond verkrijgt. De VOORZITTER bevestigt zulks. De heer SPEYART VAN WOERDEN vindt dit optreden van den Staat zóó erg, dat hij Burgemeester en Wethouders verzoekt te bevorderen, dat daaromtrent in de Tweede Kamer een vraag tot den Minister worde gericht. De VOORZITTER Burgemeester en Wethouders willen alsnog trachten tot een voor de gemeente gunstiger vergelijk te komen. Daarop wordt besloten, de verdere behandeling van deze aangelegenheid tot een volgende ver gadering te houden. De VOORZITTER wenscht de behandeling van punt 30 even aan te houden. Daartoe wordt besloten. 31. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot het aangaan eener tijdelijke kasgeldleening, groot f 200.000,, met de firma Staal en Co. voor den duur van ruim 3'/s maand, tegen een rente van 3l/* °/o per jaar en een courtage van Vie over het nominaal bedrag. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 43