434 24 JUNI 1927
met een opzetje te doen heeft. Voorts deelt Spr. mede, dat
het begroote bedrag f 3700,boven de offerte van de
Machinefabriek „Breda" gaat.
De VOORZITTER verklaart, dat men het andere, uit
voerige rapport van het Rijksbureau niet aan den Raad heeft
overgelegd, omdat het College overlegging van het eind
rapport voldoende achtte. Het is het advies van een bureau,
dat het vertrouwen van den Raad heeft.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders
wordt alsnu in stemming gebracht en aangenomen
met 17 stemmen tegen 1 stem.
Voor: de heeren Moll, Kroon e, Kooperberg,
Pelster, Bogmans, Hornix, Schrauwen, Elich,
Loomans, Korteweg, Cohen, Me ij vis. Van
Groenendael, Cerutti, Appelboom, Speyart
van Woerden en Haaiman.
Tegen de heer Van Veen.
De VOORZITTER stelt thans aan de orde punt 16 der
agenda, hetwelk zooeven is aangehouden.
16. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot wijziging
van de begrootingen van de Gasfabriek, de Waterleiding en
het Electriciteitsbedrijf over 1926 en in verband hiermede
wijziging van de gemeente-begrooting over dat dienstjaar.
De heer HAALMAN handhaaft zijn meening, dat dit
voorstel nog niet behandeld kan worden, omdat daarin zaken
zijn vervat, welke niet vaststaan zoolang de rekeningen nog
niet zijn vastgesteld. Spr.'s voorstel beoogt juist te komen tot
een andere winstverdeeling.
De heer PELSTER zegt, dat vóór 1 Juli a.s. regularisatie
moet plaats hebben. Het is juist omgekeerd als de heer