24 JUNI 1927 435 Haaiman beweertn.l. de rekeningen kunnen niet vast gesteld worden voordat de begrootingen in orde zijn gebracht. Een en ander heeft met de bestemming van de winst niets te maken. Zonder verdere bedenkingen wordt conform het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten- 25. Rapport van het Accountantskantoor van H. Sparrius, in zake opneming van boeken en kas bij den Vleesch- keuringsdienst. De VOORZITTER stelt voor, dit stuk voor kennisgeving aan te nemen. Daartoe wordt besloten. 26. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders, in zake vaststelling eener gemeentelijke huurverordening, luidende als volgt „In de raadsvergadering van 4 Februari 1927 werd er „door eenige leden op aangedrongen om, in verband met „het opheffen der Huurwetten, een gemeentelijke verordening „vast te stellen, welke de functie dier wetten zal overnemen. „Nadien zijn ingekomen een drietal verzoeken t. w. van „de R. K. Werkliedenvereeniging „St. Petrus", van den „Eersten Bredaschen Huurdersbond en van den Bredaschen Bestuurdersbond er toe strekkende maatregelen te bevor deren, waardoor gevreesde kwade gevolgen van de opheffing „van de Huurwetten worden voorkomen. „Naar aanleiding hiervan wenschen wij het volgende op „te merken. „Een verordening als wordt gedacht, zal vrij nauw moeten „aansluiten bij de opgeheven Huurwetten. Zij zou slechts „een beperkte werking hebben. Immers zullen worden uit gezonderd de volgende woningen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 435