24 JUNI 1927
437
„dergelijke regeling zullen onderlinge afspraken en ontduiking
„dat effect verhinderen.
„Een ander bezwaar is, dat men bij een gemeentelijke
„regeling niet zal hebben te doen met een huurcommissie,
„welke onafhankelijk van partijen uitspraak doetzij zal
„adviescollege zijnde beslissing zal bij Burgemeester en
„Wethouders berusten. En geen onafhankelijke rechter zal
„in beroep zijn sanctie geven of ontzeggen, doch de Ge
meenteraad zal de hoogere instantie zijn, waarbij de belang
hebbenden zich zullen aanmelden. Naar ons gevoelen is
„dit College niet het aangewezen lichaam om in dergelijke
„zaken te beslissen.
„Wij laten terzijde de vraag, of de Regeering, naar wier
„oordeel de omstandigheden geen bestendiging van de Huur-
„wetten toelaten, de huurverordening met vernietiging zal
„treffen wegens strijd met het algemeen belang.
„Het komt ons inderdaad voor, dat andere middelen be-
..hooren te worden aangewend om in de moeilijkheden van
„de woningmarkt te voorzien, dan een practisch bezwaarlijke,
„niet doeltreffende, voor vernietiging vatbare verordening,
„welke door kunstmatige bescherming van de oude wonin-
„gen, deze blijft stellen tegenover de steeds talrijker betrokken
„nieuwe woningen, waarvoor huurprijzen betaald worden,
„die men ten aanzien van de oude woningen wil bestrijden.
„Er moet worden gestreefd naar toeneming van de woning-
„productie en aanwending van de middelen, welke de
„Woningwet aan de hand doet. Indien tengevolge van de
„opheffing der Huurwetten eenige huurverhooging intreedt,
„zal de aanbouw van woningen worden bevorderd en zullen
„de huurprijzen hiervan een gunstigen invloed ondervinden.
„Voor zoover aanbouw van woningen voor de minst ver-
„mogenden klassen achterwege blijft, zal het de taak van de
„gemeenschap zijn voorzieningen te treffen.
„Op grond van het vorenstaande geven wij Uw Raad in over-
„weging, het verzoek, om door een verordening voort te zetten
„hetgeen 19 Juli a.s. wettelijk wordt beëindigd, af te wijzen".
