444 24 JUNI 1927 plaats hadden en wist hij een weg om zulks te voorkomen, dan zou hij er wel zijn schouders onder zetten, maar aan een verordening, zooals de heer M e ij v i s e.a. in het leven willen roepen, heeft men niets. Het prestige van den Raad zou erdoor te grabbelen worden gegooid. Spr. heeft geen mazen aangewezen, maar gaten Hij heeft den menschen daarmede teleurstellingen willen besparen. Spr. kan het geen spitsvondigheid noemen, als men slechts wil aantoonen het onhoudbare van een dergelijke verordening. Toen hier onlangs de Zondagswinkelsluiting behandeld werd, heeft men ook de bezwaren genoemd, welke aan een zoodanige regeling verbonden waren, en er op gewezen, dat men dan buiten de gemeente zou gaan om zijn inkoopen te doen. Waarom zou Spr. zulks in dit geval niet mogen doen De heer CERUTTI heeft, kort nadat bekend was ge worden, dat de Huurwetten zouden worden opgeheven, gevraagd, of het niet wenschelijk zou zijn een gemeentelijke huurverordening in het leven te roepen. Spr. is echter door het betoog van den heer Speyart van Woerden bekeerdhij vindt het nu niet meer aanbevelenswaard een dergelijke verordening vast te stellen. De heer KORTEWEG is het niet met den heer Van Veen eens, dat een gemeentelijke huurverordening de ontwikkeling van het particulier initiatief in den weg zou staan. Spr. tracht dit met enkele cijfers aan te toonen. Volgens Spr. kan er ter voorkoming van huuropdrijving niets anders gedaan worden dan dat de gemeente kapitaal verstrekt voor woningbouw. De VOORZITTER is zeer verwonderd, dat er zoo vele stemmen opgaan tegen dit prae-advies. Spr. zal niet in her halingen treden. Hij wil de aandacht vestigen op de kwestie der procedure. De in te stellen huurcommissie zou slechts een adviescollege zijn bij Burgemeester en Wethouders zou de beslissing berusten en verder zou er beroep openstaan op

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 444