4 FEBRUARI 1927. 45 een der leden niet aanwezig was. Spr. verzoekt daartegen maatregelen te nemen. De VOORZITTER antwoordt, dat aan alle personen, die op den staat zijn vermeld, is gevraagd, of zij voor de hun toegedachte functie in aanmerking wenschen te komen, hetgeen door allen bevestigend beantwoord is. Meer kan men toch niet doen. De heer BOGMANS zal zich duidelijker uitdrukken. De persoon, die hij op het oog heeft, is in gemeentedienst en dit belet hem in het stembureau zitting te nemen. De heer COHEN deelt mede, dat hij dit voorstel tot zijn spijt niet heeft kunnen inzien, weshalve hij voorstelt de behandeling daarvan aan te houden tot een volgende ver gadering. De VOORZITTER gelooft niet, dat dit een bezwaar kan zijn om het stuk nog heden af te doen. De heer COHEN persisteert bij zijn voorstel. De VOORZITTER vraagt, of dit voorstel voldoende wordt ondersteund. Dit niet het geval zijnde, kan het geen onder werp van behandeling uitmaken. De VOORZITTER zegt, dat met de overige gemaakte opmerkingen rekening zal worden gehouden. Daarop wordt overgegaan tot stemming. Er worden uitgebracht 18 stemmen, waarvan 17 op de door Burgemeester en Wethouders voorgedragen personen, terwijl 1 stembiljet blanco is ingeleverd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 45