458 24 JUNI 1927 vergunning hebben verleend. Overhaast Geldt hier niet het spreekwoord „wie spoedig helpt, helpt dubbel Eenzijdig Was er in het bijzonder na het in 1926 aan de afdeeling Breda van het Ned. Roode Kruis opgelegd verbod tot deel neming aan de geldinzameling zelfs eenige aanleiding om eene aanvrage te verwachten en moet men zich niet veeleer met verbazing afvragen, waarom het Ned. Roode Kruis zich thans bij deze ramp begeeft op een terrein, dat zij te voren haar afdeelingen ontzegde Waarom moesten Burgemeester en Wethouders na het gebeurde bij de beide vorige inzame lingen pogingen doen om alle vereenigingen, die zich met steuninzamelingen wilden belasten, bijeen te brengen? Nog meer, het besluit van Burgemeester en Wethouders is geheel geweest in den geest van den Commissaris der Koningin in de provincie Noordbrabant, die bij schrijven de dato 7 Juni 1927 de Burgemeesters van zijn gewest wederom aanschreef de geldinzamelingen ook ditmaal door de afdeelingen van het Ned. R. K. Huisvestingscomité te doen geschieden. Ik geloof dus dat het in strijd met alle eerlijkheid zou zijn Burgemeester en Wethouders te verwijten, dat zij onjuist handelden door te handelen zooals zij deden. Nu ik de vragen en motie van den heer Cohen be handeld heb, M. d. V., veroorlove U mij nog een korte opmerking. Ook buiten den Raad is deze aangelegenheid aanleiding geworden tot commentaar. Ik toonde in het kort saamgevat aan, dat het verleenen der vergunning aan het Huisv. Comité onder alle omstandigheden bezien, juist en de weigering aan het Ned Roode Kruis een noodzakelijk gevolg was. Wat is er echter gebeurd Er is door den Voorzitter van het Ned. Roode Kruis zelfs verband gelegd tusschen het belangeloos beschikbaar stellen van kribben en lakens bij de typhusepidemie, alsof daaraan aanspraak was te ontleenen om van Burgemeester en Wethouders eene handeling te vorderen, die een andere organisatie grieven, ja verder jegens haar onrechtvaardig -zou zijn, Hiervoor past slechts een woord, dit is „lachwekkend". Het R.K. Huisv. Comité

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 458